project SIC
nieuwbouw jongeren begeleidingstehuis te Nieuwkerken-Waas, 2012
tekst : Koen Bogaert
fotografie : Liesbet Goetschalckx


"... Ik ben Joeri, 8 jaar. Ik zit in een vreemde wagen naast een vrouw die ik nooit heb gezien. Ze beweert dat we naar mijn nieuwe thuis rijden, want oma kan niet langer voor me zorgen, vader is weggelopen en mijn moeder ligt in een ziekenhuis. De mevrouw is erg lief en zegt dat ik zeker snel vriendjes zal maken. Ze meent dat ik veel zal kunnen voetballen, want er is een heel grote tuin. Gelukkig, want voetballen kan ik goed, zelfs tegen die grote kerels van het zesde leerjaar..."

Het zal je als kind maar overkomen. Gelukkig kunnen in onze maatschappij ook deze jongeren terecht in een tehuis dat hen verder wil helpen, een opvangplaats die enkel kan bestaan dankzij hulp van gans de gemeenschap, onder meer door de inbreng van veel subsidiegeld. Dit is een bijkomende reden om uiterst beheerst te werken aan dit project als teken van goed beheer. Geen franjes dus wel een doordacht concept uittekenen van de bebouwde omgeving om de beleving ervan aangenaam en menswaardig te maken. Het project SIC wil een solide tafel aanbieden waarrond de bewoners en hun bezoekers graag zitten. Een tafelkleed kan hierbij zorgen voor de betrachte huiselijkheid. In dit geval niet van wit linnen, maar wel een passend tafelkleed.

De voorbereiding

De oude villa werd te klein, te oud. Doordat de renovatie ervan te veel zou kosten, nam het bestuur de beslissing om opnieuw te bouwen.

Bij het uitzetten van de nieuwe lijnen vroeg de bouwheer om de gewone, charmante woonsfeer van de te slopen villa te integreren in het nieuwe concept. De uitzonderlijke omgeving diende eveneens te worden gerespecteerd, alsook het behoud van de prachtige bomen en het stedenbouwkundig patroon, zodat de ruime doorkijk van de straat naar de achterliggende vrije natuur niet werd geschaad.

Na de toelating voor uitbreiding door de subsidiërende overheidsinstantie, bestond het organigram van het begeleidingstehuis uit twee leefgroepen van telkens elf kinderen, een leefgroep ado's, vier studio's, vier burelen administratie, een ontvangstruimte, bergingen en een onderhoudsruimte.

De uitwerking

Het bouwprogramma is uitgesplitst in meerdere gebouwen om grootschaligheid bij het project te vermijden: het kleiner gebouw de Klomp met de leefgroep ado's, studio's en administratie en het gebouw de Wilg met twee leefgroepen van telkens elf kinderen. Deze twee gebouwen zijn verbonden op het slaapniveau van de eerste verdieping, enerzijds om de begeleiders gemakkelijk toezicht te laten houden en anderzijds om het groepsgevoel te bewaren "iedereen samen onder één dak". Het apart gebouw de Berging voorziet een fietsenstalling en een onderhoudsruimte voor de infrastructuur.


Voor de veiligheid is het perceel een omheind domein waarbij ook de tuinen in beperkte mate zijn afgesloten met het oog op toezicht. Elke leefgroep is apart bereikbaar en heeft zijn eigen voordeur aan de zogenaamde straatzijde en een achterdeur aan de tuinzijde. Gangen en traphallen zijn ruimer dan strikt noodzakelijk, waardoor de jongeren al eens hun vleugels kunnen uitslaan (zonder iemand te raken). Overal is er voldoende visuele openheid om de sociale controle te bevorderen. De voortdurende mogelijkheid te kunnen refereren van binnen naar buiten zorgt voor een veilig oriëntatiegevoel: er zijn geen te lange en donkere gangen waarin jongeren kunnen verdwalen, geen gangen die doen denken aan ander types van inrichtingen.

Inplanting

De nieuwe volumes worden als het ware "vrij
" geparkeerd tussen de uitzonderlijke bomen met hun willekeurige inplanting op het landelijk perceel. Zo blijven deze grote groene vrienden de hoofdrolspelers op het terrein. Door die vrije opstelling lijkt het dat de gebouwen maar tijdelijk zijn ingeplant. Het begrip "parkeren" krijgt een metaforische betekenis omdat ook de bewoners hier slechts een bepaalde tijd verblijven voor ze hun levensweg verder zetten buiten het tehuis. Doordat het grootste gebouw achteraan staat en niet zichtbaar is vanaf de oprit, zorgt een eerste aanblik van de huizengroep voor een vriendelijke verwelkoming.

De tussenruimte tussen de bouwvolumes ligt vrij en zorgt voor een ingesloten verbondenheid. Op die manier ontstaat de sfeer van een "tentenkamp" in een bos, met een specifieke relatie van de binnen- tot de buitenruimte. De vrije opstelling geeft aan dat het geheel minder definitief afgewerkt lijkt en het opent de mogelijkheid een bijkomend gebouw aan de groep toe te voegen.

Lichaamstaal

De uitwerking van de inkompartijen, traphallen en gangen refereert naar de oude villa. Geen verwijzingen naar instellingen, ziekenhuizen, kazernes of gebouwen van het type 'jongensstad'. De diversiteit van de raamopeningen tracht het gebouw een los karakter te geven waarbij de grotere delen zijn voorbehouden voor de woonkamers. Sobere raampartijen brengen licht enkel waar nodig. De ramen verdelen - door hun wisselende posities - de verschillende functies in groepen om het geheel zowel verstaanbaarder als mooier te maken. De gekleurde glazen balustraden markeren enkel de gangen en de kamers van de toezichters. De Berging neemt de kenmerken van de hoofdgebouwen op een eenvoudige manier over. Zo bevinden bijvoorbeeld de regenwaterafvoeren zich niet aan het uiteinde van het gebouw.

Materialisatie

De bouwheer waarschuwde ervoor dat sommige jonge bewoners niet altijd zachtaardig uit de hoek komen en vroeg om daar antwoorden op te formuleren bij de uitwerking van het dossier. Hoewel de materialen er vriendelijk moeten uitzien, dienen ze wel tegen een stootje te kunnen. Daarom zijn de niet dragende binnenwanden afgewerkt met OSB-platen die werden vast geschroefd met zeskantvijzen, zodat ze bij voorbeeld minder makkelijk met een zakmes kunnen worden los gepeuterd.


De platen hebben een voldoende ruw oppervlak, waardoor eventuele beschadiging of gekladder makkelijker wordt aanvaard. Zichtbeton en het deel zichtmetselwerk in ruwe betonblokken geven bovendien geen aanleiding voor de jongeren om hun gemoederen te bedaren door er met de vuisten op te trommelen.
-
De kleuren van de gebouwengroep zijn overgenomen uit de omgeving, zodat dit bouwwerk - dat in een tweede bouwzone staat - zich zo goed mogelijk wil integreren in de buurt. Geen materialen om een chique villa mee te bouwen. Geen natuursteen, maar eenvoudige gevelplaten om de inkompartijen te accentueren. De platen met houtimitatie worden dermate verzaagd dat hun oorsprong duidelijk is. Een groot gevelsteenformaat en soortgelijke dakpannen om het budget goed in de hand te houden. Zowel het wild metselwerkverband als de dakafwerking van de kopse gevels verwijzen naar de bouwplaats van het tehuis.

Kunstintegratie

De overheid verplicht in dit geval de integratie van een kunstwerk. Kunstenaar Hans de Pelsmacker kon het bouwbestuur als volgt overtuigen:

...
Het uitgangspunt voor dit geïntegreerd kunstwerk is een sculpturale afsluiting tussen de tuin en de oprijweg in het jongeren begeleidingstehuis te Nieuwkerken-Waas. Een kunstwerk dat functioneert als afsluiting voor een open wooncentrum voor geplaatste kinderen is op zich paradoxaal, daarom wil deze kunstingreep geen muur vormen maar eerder functioneren als “onthaalsculptuur”, die als het ware de bezoeker wil uitnodigen en verwelkomen. 

Vaak laten bewoners of personeel van een bedrijf zich voor “hun” huis of gebouw in groep fotograferen. Het zijn presentatiebeelden die de gelukkige relatie tussen bewoners als groep en de plaats waar ze leven en/of werken gevat in beeld brengen. Het concept voor deze kunstingreep is precies deze uitstraling in een sculptuur gestalte te geven en te integreren op de plaats waar de bezoeker het huis en de omliggende tuin betreedt.

De bewoners van dit huis verblijven hier tijdelijk. Zij leven er als nomaden van onze samenleving in deze “geparkeerde” woonsten.  De indruk van de provisoire plaatsing van de gebouwen en de keuze voor rechttoe/rechtaan robuuste materialen wordt consequent in dit ontwerp uitgewerkt. Het ontwerp bestaat uit een reeks verticale strakke vormen die met een zekere willekeurigheid staan opgesteld langs de oprijlaan. Het zijn stuk voor stuk betonnen gestalten met een menselijke maatvoering en bieden een open doorzicht op het achterliggende landschap en de tuin. Voor de uitwerking wordt gebruik gemaakt  van stortbeton in eenvoudige bekisting van OSB-platen. Alle betonelementen worden verbonden met een fijne verticale draadstructuur in RVS. 

De ingreep functioneert als afsluiting en is geïntegreerd in de haagbeplanting die het domein omsluit

...

De realisatie van dit project verliep dermate vlot dat ik gaandeweg begon te geloven dat er boven de bomen en de wolken een onzichtbare hand een stukje meehielp.
B